De tieners zijn digitale meesters, en je zou dan ook verwachten dat ze later iets met die specifieke skills willen doen. Want eerlijk: ze hebben een grote stap voor op de mensen die niet opgroeiden met al die digitale snufjes. En toch lijken ze zich niet bewust van de nieuwste jobs, want als je vraagt wat ze later willen worden, kiezen ze eerder voor een traditioneel beroep.
Maar liefst 47 procent van de jongens en 53 procent van de meisjes uit meer dan veertig landen denkt op hun dertigste een van de tien meest populaire jobs uit te oefenen. Dan gaat het om dokter, leerkracht, manager, ingenieur, advocaat, politieagent, ICT-professional, verpleegkundige, ontwerper of psycholoog.
Vernauwde blik
En dat is in ons land niet anders: zowat 45 procent van de jongens en 53 procent van de meisjes ziet een toekomst in een van die beroepen. Dat blijkt uit een studie van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), die de PISA-onderzoeken van 2000 en 2018 met elkaar vergeleek.
Maar vanwaar komt die vernauwde blik van de jeugd? Die is enerzijds sterker aanwezig bij jongeren uit een achtergesteld milieu, en bij de tieners die minder goed scoorden op lezen, wiskunde en wetenschappen tijdens de testen. Bovendien lijken tieners niet echt stil te staan bij het feit dat heel wat van die traditionele beroepen in de toekomst weleens geautomatiseerd kunnen worden.